Warning: Undefined array key "rpr_number" in /customers/9/6/2/franswesling.be/httpd.www/index.php on line 54
Hormoonsubstitutie bij BRCA1 en BRCA2 mutatie draagsters.
Draagsters van deze mutaties hebben een sterk verhoogd risico op borst en eiertakkanker.
Het cumulatieve risico op 70 jaar bij BRCA1 vrouwen is 60-65% voor borstkanker en 39-59% voor eiertakkanker. Voor BRCA2 vrouwen is dat voor borstkanker 45-55% en voor eiertakkanker 11-17%.
Om die risico’s te verminderen kan men preventief, al voor de menopause de eiretakken of ovaria operatief verwijderen. Het risico op eiertakkanker vermindert daarmee met 70 to 80 % en het borstkanker risico vermindert daarmee met bijna 50%.
Men raadt die vrouwen tegenwoordig aan om op tijd aan kinderen te beginnen en tegen 35-40 jaar de eiertakken te laten verwijderen.
Men weet dat bij BRCA1-vrouwen die zich op 40 laten opereren , 4% al het begin van ovarium/eiertakkanker heeft . Als men zich pas op 50 laat opereren heeft 14% al eiertakkanker .
In het algemeen geldt dat vrouwen die vroeg in de menopause komen en die geen hormoon substitutie gebruiken een verhoogt risico hebben op:
* vermindert cognitief functioneren / dementie op latere leeftijd
*meer last van warmte opwellingen en nachtelijk zweten
*verhoogt risico op osteoporose en cardiovasculaire aandoeningen
Het is voor die groep dus aan te raden hormoonsubstitutie te gebruiken minstens tot de leeftijd van de “normale” menopauze (50-51 jaar)
BRCA1 en BRCA2 mutatie draagsters zouden dus hun risico verlagende, en vaak levens reddende preventieve verwijdering van de eiertakken kunnen uitstellen, uit bezorgdheid voor het veilig gebruik van hormonen in de menopauze, juist uit schrik voor hun borsten.
Voor het beoordelen van het veilig gebruik van hormonen bij vrouwen met een BRCA1 of BRCA2 mutatie zijn er geen gerandomiseerde dubbelblinde studies. Maar er zijn wel drie observationele studies die ons redelijk gerust stellen.
Uit 2005 is er een publicatie betreffende een groep van 462 vrouwen met BRCA1 of 2 mutaties, die gedurende 4 jaar gevolgd werden: 155 van hen hadden een preventieve risico verminderende verwijdering van de eiertakken laten uitvoeren en 60% van die vrouwen kreeg hormoon substitutie: oestrogeen alleen als er geen baarmoeder meer was, en oestrogeen plus progestageen als de baarmoeder nog wel ter plaatse was. Na een follow-up periode van 3.6 jaar bleek dat de groep waarbij de eiertakken waren verwijderd er een risico vermindering van 60% was en het maakte geen verschil of er hormoonsubstitutie gebruikt werd of niet.
In 2008 is er een case control studie gepubliceerd over 472 gemenopauseerde BRCA1 draagsters: de helft (236) waren borstkanker patiënten ( in het Engels survivors genoemd) en de andere 236 hadden nog geen borstkanker (“previvors” genoemd) deze laatsten functioneerden als “controle groep”. Ongeveer ¾ van beide groepen had een spontane menopause gehad .
In de borstkankergroep was er bij 20% hormoonsubstitutie geweest en bij de” previvors” was er bij 29% van de vrouwen hormoonsubstitutie. De conclusie van de studie was een vermindering van het risico op borstkanker van 43%
In 2011 was er een presentatie van een follow-up studie van Rebbeck et all, die het borstkanker risico bepaalde bij 1299 “previvors” met een BRCA1 of BRCA2 mutatie, die een preventieve risico verminderende eiertakverwijdering hadden ondergaan en deze vergeleek met het risico van mutatie draagsters die niet geopereerd waren en hun ovaria of eiertakken dus nog wel hadden. De vrouwen uit de geopereerde groep die hormoon substitutie kregen werden postoperatief gevolgd gedurende gemiddeld 5.4 jaar gevolgd ( tussen 0.6 jaar en 24.2 jaar) Vergeleken met de niet-hormoongebruiksters die niet geopereerd werden hadden de hormoongebruiksters die wel geopereerd waren, geen verhoogd risico op borstkanker. Zoals bij de case control studie van 2008 was het gebruik hormoonsubstitutie geassocieerd aan een 48% verminderd risico op borstkanker.
Deze drie studies die het effect van hormoonsubstitutie bekeken bij previvors met BRCA1 en BRCA2 mutatie draagsters hebben hun beperkingen door hun “observationele” studie design en beperkte duur van follow-up. Toch verschaffen ze ons, clinici en previvors, enige geruststelling dat hormoon substitutie bij BRCA1 en BRCA2 mutatie draagsters met intacte borsten geen substantiële verhoging van het risico op borstkanker geeft.
Angelina Jolie-Pitt risico verminderende heelkunde en het gebruik van hormoon substitutie.
Veel vrouwen met een BRCA gen mutatie komen bij hun arts met vragen over de publieke “statements” van deze 39 jarige actrice-filmmaakster en zelf draagster van de BRCA1 mutatie. In 2015 schreef ze een stuk in de New York Times over haar risico verminderende verwijdering van de eiertakken. Twee jaar eerder had ze al verteld over haar risicoverminderende bilaterale mastectomie. Na het verwijderen van haar eiertakken is ze met hormoonsubstitutie begonnen. (oestrogeen en progestageen). Door haar ervaringen met het publiek te delen heeft ze waarschijnlijk previvors aangemoedigd de risicoverminderende ingrepen te laten uitvoeren en op een geindividualiseerde basis hormoonsubstitutie op te starten.
Gemenopauseerde previvors die toch geen hormoon behandeling wensen kunnen beroep doen op andere, helaas minder effectieve middelen tegen de warmteopwellingen. Voornamelijk dan paroxetine (Seroxat) of venlafaxine (Effexor).
Klinische aanbevelingen voor gemenopauseerde previvors.
De bestaande data, hoewel beperkt, geeft aan dat het risico op borstkanker niet verhoogd wordt door het gebruik van hormoonsubstitutie bij gemenopauseerde BRCA gen mutatie draagsters met intacte borsten. Jonge previvors met of zonder intacte borsten moeten, uit vrees voor eventuele nadelige effecten van hormoonsubstitutie op hun borstkankerrisico, een risico verminderende verwijdering van hun eiertakken of ovaria niet uitstellen of vermijden.